Het individueel coachen/begeleiden van een kind uit groep 4 of hoger, in de schoolsetting, bij het werken aan een of meerdere doelen.
Soms moet er iets veranderen. Soms is er een leerling die (tijdelijk) meer aandacht nodig heeft om te kunnen (blijven) meedraaien in het schoolsysteem of moet zelfs een verandering plaatsvinden om deel te kunnen blijven nemen aan het onderwijs.
Specifieke aandacht waar een docent niet de tijd, maar vaak ook de kennis niet voor heeft. De belangrijkste voorwaarde om een coachingstraject te laten slagen is dat de coach geen relatie met de leerling heeft en onbevooroordeeld, zonder (nare of juist empathische) gevoelens of verleden, een traject kan doorlopen door de leerling te ondersteunen bij het werken aan een of meerdere doelen.
Een leerkracht is nooit in deze positie. Een externe coach wel.
Een of meerdere malen per week kan een coach individueel en/of in groepssetting de leerling coachen/begeleiden.
Hierbij kan gedacht worden aan
– het verbeteren of veranderen van (ongewenst) gedrag
– het aanleren van bepaalde (ontbrekende) sociale vaardigheden
-het leren omgaan met onverwachte of ongewenste situaties
– het beter herkennen van (door leerling zelf én door leerkracht) en onder controle krijgen van driftaanvallen of woedeaanvallen
– het werken aan faalangst of toetsangst.
Maar ook
– het begeleiden van een kind dat uit behandeling komt en het geleerde in de praktijk moet gaan toepassen
Bij de coaching van een leerling in de schoolsetting zijn een twee zaken van groot belang;
– de leerling wil zelf graag iets leren of dat er iets veranderd
– de leerkracht staat open voor tips en adviezen
Het coachen in de schoolsetting blijkt zeer effectief omdat direct geanticipeerd kan worden op praktijksituaties. Er is een nauw en direct overleg met betrokken mogelijk, de setting is bij de coach bekend en de leerling hoeft het geleerde in een coachsessie niet (later) te vertalen naar de praktijk omdat de coachsessie al in de praktijksituatie plaatsvindt. Effect is hierdoor direct zichtbaar.