fbpx

“Jij snapt er ook helemaal niets van…” Ja hoor, daar is ‘tie weer. Een kruisje voor de puberbingokaart erbij. Als vader van een puber hoor ik deze zin natuurlijk vaker.
Grappig genoeg snap ik het alleen nou juist wel. Omdat ik heel goed snap hoe een puberbrein werkt begrijp ik heel goed waarom jij niet snapt dat ik het juist heel goed snap en jij daardoor alleen maar denkt dat ik het niet snap. Snapt u het nog?
Het puberbrein is een fascinerend ding en ondanks dat je er aan de buitenkant weleens aan twijfelt, is het constant in beweging.
Het groeit, er ontstaan verbindingen en sommige verkeerde verbindingen verdwijnen weer om vervangen te worden door betere. Dat groeien van de verschillende delen gaat niet gelijkmatig. Het emotionele deel groeit eerder dan het deel waarmee je beslissingen moet nemen. Oftewel je hebt de drang om dingen te doen, maar je kan nog niet de juiste beslissingen nemen om ze ook echt te doen. Als dan ook nog je dopaminehuishouding in de war wordt geschopt ben je niet vooruit te branden en op de meest onverwachte momenten juist weer wel. De aanmaak van dopamine wordt bij tieners met name gestimuleerd door dingen die ze zelf bedacht hebben en niet of nauwelijks als anderen het bedacht hebben.
Gooi daar een frontaalkwab bij, die als laatste aan de beurt is om te groeien en ook nog eens verantwoordelijk is voor je planning en discipline, en de chaos is compleet.
Het lastige is wel dat die eerder genoemde verbindingen in de hersenen juist worden gevormd of verdwijnen door ervaringen op te doen.
Dit betekent dus dat, terwijl we als ouders net zo lekker bezig waren met het regelen van de gehele toekomst van onze spruit, we onze pubers vooral moeten stimuleren om ervaringen op te doen en ze moeten aanmoedigen om zelf te bedenken hoe ze iets moeten bereiken.
Tsja, lekker dan. Daar snap je als ouder toch helemaal niets van.

Deze column is oa geplaatst in Weekblad de brug Editie Hendrik-Ido-Ambacht en Editie Zwijndrecht week 07

× App ons!